cursus boekhouden voor de wethouder

23 juni 2021

Omdat het blijkbaar nodig is!

Gisteravond sprak ik de wethouder aan op het feit dat er in de financiële stukken een onjuist beeld wordt gegeven het verwachte resultaat 2021. In de jaarstukken wordt aangegeven dat er voor € 3,4 miljoen aan investeringen is doorgeschoven naar 2021. Dit heeft een positief effect op het verlies over 2020.
In de (1ste?) Bestuurrapportage voor 2021 (peildatum 1 april) wordt alvast een doorkijkje gegeven naar het resultaat voor 2021. Er wordt wel genoemd dat er een budgetoverheveling heeft plaatsgevonden, maar er wordt niet de conclusie getrokken dat dan ook het resultaat over 2021 € 3,4 miljoen negatiever uitvalt. Sterker nog zowel de wethouder als de ambtenaar beweren dat de budgetoverheveling geen effect hebben op het resultaat!

Deze bewering is uiteraard onzin!

Als de wethouder in 2020 begroot heeft om een fiets aan te schaffen van € 750,-, dan wordt dit pas in het resultaat zichtbaar als de aanschaf daadwerkelijk is gedaan. In dat geval neemt het saldo op de bank af met € 750,-.

Wordt de fiets niet gekocht in 2020, dan komt dit ook niet in het exploitatieresultaat van 2020 terug. Ook het saldo op de bank (lees “eigen vermogen”) blijft gelijk. Wordt de fiets  vervolgens wel in 2021 gekocht, dan komt de boekingsregel die voor 2020 was begroot terug in het exploitatieresultaat van 2021. Dat de begroting voor 2021 hierop niet is aangepast is het gevolg van het feit dat pas in april 2021 wordt geconstateerd dat de fiets niet in 2020 is gekocht.
Hoe zit het nu met de budgetoverheveling? Dit heeft vooral te maken met de rechtmatigheid van een uitgave. De gemeenteraad geeft via de goedgekeurde begroting toestemming aan het college om in 2020 een fiets aan te schaffen. In de begroting voor 2021 is deze aanschaf echter niet voorzien. Zonder toestemming van de gemeenteraad zou dat een onrechtmatige uitgave in 2021 opleveren. Om niet de hele begrotingscyclus opnieuw te doorlopen, wordt met de behandeling van de jaarrekening de gemeenteraad voorgesteld het bedrag voor de aanschaf van de fiets binnen het eigen vermogen apart te zetten: als nog uit te geven in 2021. Gaat de gemeenteraad hiermee niet akkoord dan komt het recht om een fiets aan te schaffen te vervallen.

Hoe moet de bewering van de wethouder en de ambtenaar dat de budgetoverheveling geen effect heeft op het resultaat nu worden opgevat? Beiden lijken enkel naar de Begroting 2021 te kijken. Die niet is geactualiseerd, dus het daarin begrote negatieve resultaat blijft gelijk. Echter in de Bestuursrapportage 2021 wordt wel aangegeven dat met de huidige kennis het begrote tekort is gegroeid naar € 1 mln. Waarom dan niet ook het effect van de budgetoverheveling hierin meenemen en aangeven dat het verwachte tekort voor 2021 zal oplopen tot € 4,4 mln.? Hoe schizofreen kun je zijn?

Wat is de conclusie na deze mini cursus?
Als we de wethouder in 2021 tegenkomen met de hierboven bedoelde (gemeente) fiets en hij beweert nog altijd dat deze fiets geen effect heeft op het exploitatieresultaat van 2021, dan heeft hij er niet voor betaald! Hij heeft de fiets dan of gejat, of deze is door een CDA sponsor om niet ter beschikking gesteld. Dat laatste kan natuurlijk ook.

Jaap Engelsman