14 mei 2018

Varkensstal

 

 

Handhavingsbeleid met een luchtje

“Volgens het Bornse college is er juridisch geen basis om te handhaven…” (Tubantia 9 mei 2018). Wat hier had moeten staan is of het Bornse college de wil heeft om te handhaven! Juridisch bezien zijn er best mogelijkheden. Eerst even terug naar de uitspraak van de Raad van State van 17 juni 2015. In haar besluit constateert de Raad dat op basis van paragraaf 5.6.2 van het reconstructieplan nieuwvestiging van intensieve veehouderij is uitgesloten. Echter de tweede zin in de definitie van wat onder intensieve veehouderij moet worden verstaan biedt een escape voor de exploitant van de varkensstal.

Onder intensieve veehouderij wordt verstaan een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met ten minste 250 m2 bedrijfsoppervlak aanwezig is dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer voor het houden van vee, pluimvee of nertsen, waarbij dit houden van vee geheel of nagenoeg plaatsvindt in bebouwing. Het biologisch houden van dieren en houden van melkrundvee, schapen en paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij (artikel 1 van de planregels).

Maar wat is dan precies “biologisch houden van vee”? Een antwoord hierop geeft de organisatie SKAL uit Zwolle middels het biologisch keurmerk. Dit keurmerk wordt slechts afgegeven aan een bedrijf dat aantoonbaar producten levert die afkomstig zijn van een gecontroleerd biologisch productieproces.

Met andere woorden het college kan wel degelijk handhavend optreden. Er kan worden geconstateerd of het bedrijf in principe kan voldoen aan alle vereisten om in aanmerking te komen voor het biologisch keurmerk en er vervolgens aantoonbaar producten worden geleverd volgens een gecontroleerd biologisch productieproces.

Zo ja, dan kan er een beperkte termijn worden vastgesteld waarin het bedrijf dit biologisch keurmerk dient te verkrijgen.

Zo niet, dan geldt de stelling dat niet aantoonbaar biologisch leveren betekent dat gewoon sprake is van intensieve veehouderij hetgeen in strijd is met paragraaf 5.6.2 van het reconstructieplan. Ergo het bedrijf dient haar activiteiten te staken.

Het feit dat het college zich in allerhande bochten wringt om niet te handhaven, doet vermoeden dat er in de achterkamertjes van het college afspraken zijn gemaakt over de exploitatie van de betrokken stal. Want heeft er in het kader van de realisatie van de Verbindingsweg, inclusief de Welten/Mulder-onderdoorgang, geen grondruil, c.q. grondverwerving, plaatsgevonden met medewerking van van Schoot:de vorige eigenaar van de stal.

Jaap Engelsman

Waar ben je naar op zoek?